TITERBEPALING BIJ HOND EN KAT: VACCICHECK
Al jaren woedt er heel wat discussie over de zin en de onzin van vaccineren. Er gaan de wildste verhalen de ronde over mogelijke bijwerkingen. Deze zijn echter veelal speculatief en niet wetenschappelijk onderbouwd.
Vaccineren blijft de enige effectieve manier om pathogene infectieziekten te voorkomen. Indien men niet zou enten, kan dit een golf van infectieziekten met zich meebrengen voor mens en dier, met mogelijks dodelijke gevolgen. Een goed vaccinatieplan op maat is dus absoluut noodzakelijk.
Ons vaccinatiebeleid is ‘evidence based’, dus op basis van wetenschappelijk onderzoek. Bij een jaarlijkse controle wordt niet de volledige cocktail geïnjecteerd, maar wordt elk vaccinatieschema afgestemd op de behoeften van de patiënt. Het risico op besmetting varieert immers van dier tot dier en sommige entstoffen geven een jarenlange immuniteit terwijl andere hoogstens een jaar bescherming bieden.
Wat de kwaliteit van de reactie op een vaccin is, kan worden nagegaan in het bloed. Dit noemt men ‘titeren’. Een bloedtiter is een kwantitatieve maat voor antistoffen in het bloed tegen een ziektekiem. Het is met andere woorden een test om na te gaan of het dier voldoende gewapend is tegen een bepaalde ziekte.
Het geeft ook aan of een herhalingsvaccin reeds nodig is. Op basis van de resultaten kan worden beslist of de boostervaccinatie onmiddellijk wordt uitgevoerd of deze nog een jaartje kan worden uitgesteld.
Een titerbepaling kan interessant zijn:
- bij de senioren onder onze viervoeters. Zij kunnen immers mogelijks wat gevoeliger reageren op een hervaccinatie
- op 1-jarige leeftijd, dit echter enkel op voorwaarde dat alle puppy-vaccinaties correct werden uitgevoerd
- bij diertjes die in het verleden al een overgevoeligheidsreactie op een vaccin hebben gedaan
- bij huisdieren waarvan de vaccinatiestatus niet gekend is
- voor dieren van eigenaren die liefst zo weinig mogelijk vaccineren
- bij zieke dieren
Bij honden kan een titerbepaling worden uitgevoerd voor volgende aandoeningen:
- Hondenziekte (= CDV)
- Besmettelijke leveronsteking (= CAV-1)
- Parvovirose
Voor bovengenoemde ziekten bestaat een bewezen verband tussen de titergrootte en de mate van bescherming. Deze correlatie bestaat helaas niet voor besmettelijke hondenhoest (= kennelhoest: para-influenza & bordetella) en voor de ziekte van Weil (= leptospirose). Bij deze laatste aandoeningen geven de hoeveelheid antistoffen niet goed de mate van bescherming weer. Van de vaccins tegen kennelhoest en tegen leptospirose is bovendien geweten dat deze maximaal een jaar bescherming bieden. Voor deze aandoeningen blijft het dus aangewezen om de vaccinaties jaarlijks te herhalen!
Bij katten kan de immuunstatus worden bepaald voor volgende aandoeningen:
- Calici-virus (= niesziekte)
- Herpes-virus (= niesziekte)
- Feline Panleucopenie Virus (= kattenziekte)
Er bestaat voor Herpes en Calici geen eenvoudige en directe correlatie tussen de titer en de bescherming. Bij vragen in verband met het titeren van katten, raden we dan ook aan hierover in gesprek te gaan met één van onze dierenartsen
Bij de titerbepaling dienten we op te merken dat dit een momentopname is, i.e. er kan niet worden voorspeld hoe lang de antistoffen nog in het bloed zullen aanwezig blijven.
Voor een titerbepaling maakt u een afspraak.
We werken met vaste tijdstippen om de titerbepalingen te groeperen: deze zullen u later meegedeeld worden via de telefoon.
Er zal bij het consult een beetje bloed worden genomen, waarna de hond terug huiswaarts kan.
De uitslag van de test wordt later telefonisch doorgegeven, waarna U indien nodig nog een afspraak kan maken voor een vaccinatie. Indien u titerbepaling wenst voor een groter aantal dieren geniet u een reductietarief.